maandag 12 augustus 2013

DE VERSTOPTE PORTRETTEN VAN DE REGENTENFAMILIE VAN GOOR

Belle van Zuylen, Isabelle de charriere, granddaughter of Maria Jacoba van Goor (1687-1737). She inhereted action in the slavery trade from her grandma, and agonised over them in her novel 'Trois Femme.'

Maria Jacoba van Goor: This painting started this blue blood resarch in 2005.

Husband of MJvG: René de Vicq



Helena Jacoba de Vicq, mother of Isabelle de Charriere.
The body was modelled after a painting of a French Queen.


Maria Jacoba van Goor



Van Goor?



Van Goor?


Helena Jacoba de Vicq, Isabelle de Charriere's mother who might have brought in the Van Goor portraits.




De verstopte portretten van de gekleurde regentenfamilie Van Goor

Aan de Conservatrice van Slot Zuylen mw. Hester Kuiper (?) te Utrecht
cc Mw. Karin Schaffers, Conservatrice Iconografisch Bureau
Ref.: EC/1/008/2006
Inzake: De dubbel geanonimiseerde portretten van de familie van Goor
Den Haag, 27 maart 2006.

Weledele Vrouwe Hester Kuiper,

Gaarne bedank ik u alsnog voor het korte gesprek dat wij vele maanden geleden op Slot Zuylen mochten hebben. Ik voelde mij zeer vereerd dat u toch tijd vrijmaakte terwijl mijn komst niet was aangekondigd. Intussen kan ik u informeren dat er een ‘eerste verbeterde druk maart 2005’ van mijn werk over Belle van Zuylen beschikbaar is, welke vele malen superieur is aan de ‘nulde druk.’

Daarom kan ik u laten weten dat de adellijke familie van Tuyll van Serooskerken en haar aanverwante takken en aangetrouwde families, allemaal in oorsprong behoorden tot de Europese ‘zwarte en gekleurde’ natie, door mij ontdekt en aldus genaamd. Ze vormden een uniek en exclusief Europees ‘gefixeerd, mulattenras’ met wit, Afrikaans en Aziatisch bloed. Dit geldt dus ook voor de zogenaamde ‘moderne tak’ die inmiddels helemaal wit schijnt. Sommigen vertoonden meer afrocentrische gezichtstrekken zoals Maria Jacoba van Goor en deze portretten geven conservatoren tot vandaag de meeste problemen. De conservator Ben Bregman van het Huygensmuseum Hofwijck bijvoorbeeld, weigert het Rembrandt portret van Maurits Huygens te tonen want hij oogt als een ‘mulat’ en de hele familie was gekleurd.

Voor het juiste begrip van de heel licht gekleurde Belle van Zuylen die een zwarte identiteit had en tevens hield van zeer donkere adellijke mannen, zal men haar etniciteit en de herkomst van het familiefortuin uit slavenhandel in ogenschouw moeten nemen. Ik heb zelf zeer ongeïnformeerde wetenschappers horen beweren dat Belle van Zuylen niet van zwarte mensen zou houden of zichzelf lelijk vond! Zij wilde van alle naties zijn en was ook van alle naties.

Eerder heb ik mijn verwondering geuit dat de schatrijke regentenfamilie Van Goor die zelf connecties had met Rembrandt van Rijn, het slechts met één schilderij van Maria Jacoba moest stellen. Door echter mijn theoretisch concept toe te passen op uw beschrijvende catalogus van de schilderijencollectie op Slot Zuylen ‘Op stand aan de wand’(1996) waaraan mevrouw Karin Schaffers van het Iconografisch Bureau een bijdrage aan leverde, kom ik tot de deductie dat de portretten van de familie Van Goor werden ingebracht door Helena Jacoba de Vicq, de moeder van Belle van Zuylen, en gezocht moeten worden onder de geanonimiseerde portretten van eveneens geanonimiseerde meesters. Deze portretten treft men tegen het einde van de catalogus aan en ik ga ervan uit dat het dubbel anonimiseren in de 19e eeuw plaatsvond, door uw minder ‘verlichte’ voorgangers. Opvallend is dat de meeste van deze onderhavige portretten op dezelfde wijze zijn gerestaureerd in 1910-1912, alsof men eerder de panelen op maat had gezaagd om te passen in een bewaarplaats.

De 19e eeuwse portretten in uw hele collectie beoordeel ik allemaal als bij de conceptie reeds ‘gemooid’ waarbij mogelijke afrocentrische trekken werden ‘vergriekst’ en een eventuele donkere huidkleur geëlimineerd, want gekleurde etniciteit was toen helemaal ‘not done’ en deze afbeelden geven dus geen enkele indicatie van etniciteit.

De argumenten op een rijtje:

- Ontbreken van portretten Van Goor waar het in de lijn der verwachtingen is dat ze moeten hebben bestaan.
- Ontbreken in een specifieke collectie waar men deze normaliter zou moeten aantreffen omdat zij door een bruid moeten zijn ingebracht.
- Anonimiseren om geen connecties met families te kunnen leggen en kleur in deze families te verbergen.
- Anonimiseren van de schilder zodat de informatie van de schilder niet herleidbaar is naar deze families.
- Niet tentoonstellen van deze portretten aan het publiek.
- Afrocentrische gelaatstrekken m.n. subnasale prognastie

Specifiek in betrekking tot de familie Van Goor doel ik op portretten met catalogusnummers 165, 166, 171, 172, 175, 177 en 181. Als laatste ressort kijk ik naar het afgebeelde en herken leden van de ‘zwarte en gekleurde’ natie in de portretten. Vooral nummer 177 ‘Onbekende man’ toont een jonge man met heldere, lichte ogen, een wat bolle neus en blond kroes haar, in Renaissance aandoende kleding uit de tijd van Shakespeare. Hij heeft mijn speciale belangstelling. Ik wenste dat hij Cornelis Gijsbertsz van Goor (1600-1675) was, de opa van Maria Jacoba van Goor en een opdrachtgever van Rembrandt. Zoniet haar jong overleden broer Cornelis van Goor de jonge, professor aan de Universiteit van Keulen, maar dan past de datering op kleding niet meer. Of was het gelegenheidskleding en wilden zij hun status als ‘Renaissance man’ benadrukken? Deze knappe persoon springt uit het doek op een haast ‘Rembrandt-achtige’ wijze en is het toonbeeld van goed Hollands ondernemersschap. De andere zeer ingetogen maar geamuseerde Hollandse dames met kroes haar zijn mogelijk de moeder Elizabeth Schrijver, haar dochters Agnes van Goor en Johanna van Goor, de zusters van Maria Jacoba van Goor. Mogelijk dus oudtante Johanna van Goor (1690-1762) met wie Belle van Zuylen, volgens Dubois, correspondeerde.

Verheugend is dat men de portretten van de familie Van Goor niet verder heeft verhandeld of heeft vernietigd, maar dat men zelf tot restauratie overging. Misschien dat de verantwoordelijken dachten aan betere tijden wanneer de wereld rijp zou zijn voor de acceptatie van zwarte en gekleurde Nederlanders als gelijkwaardig aan witten. Of dat het, aannemelijk, werken van grote meesters zijn en waardevolle cultuurschatten betreft. Door vandaag in 2006 over te gaan tot deze schilderijen van de naam van de afgebeelde persoon en de naam van de schilder te voorzien handelen wij in de geest van deze voorgangers.

Ik zou gaarne in de toekomst deze stukken willen (helpen) determineren en vraag mij af of Slot Zuylen daartoe haar medewerking zal willen verlenen. Te beginnen met een schouwing van de werken en bestudering van de onderhavige stukken van de restauratie en dergelijke binnen afzienbaar termijn. Verder neem ik aan dat er nog veel ongecatalogiseerde familiecorrespondentie is op Slot Zuylen. Een document in het Archief van Utrecht betreft een machtiging van de familie van Tuyll van Serooskerken aan Cornelis van Goor de jonge, wat wijst op intieme betrekkingen tussen deze families, welke helaas niet terug komt in de presentatie op Slot Zuylen.

Belle van Zuylen had dus niet één, maar zelfs twee gekleurde oma’s want ook Isabella Agnetha Hoeuft, naar wie zij vernoemd is, was van een ‘hartstikke’ gekleurde familie, ondanks sommige portretten. Ook de verheffing van de familie in de adelstand door keizer Leopold I Habsburg, een zwarte man, is een aanwijzing.

Als anekdote wil ik u informeren dat ik onlangs, in navolging van het charmante idee van ‘six degrees of seperation’ een connectie (geen bloedband of pretenties of wat dan ook) vond tussen mezelf en onze Belle van Zuylen. De familienaam Codfried werd namelijk bij de Emancipatie op 1 juli 1863 aan vijf vrijgemaakte jonge slaven gegeven. Mijn zwarte overgrootmoeder Mariette Adriana Codfried (1860) was één van deze vijf. De zwaar getroffen slavenmeesters die een schadeloosstelling ontvingen vanwege deze vrijmaking waren twee broers Neumann uit Mecklenburg, mogelijk beschreven in het ridderschap, en twee Surinaamse zusters Cordua. De moeder van deze gezusters Cordua was Catharina Hoëft, door haar ‘informele’ Duitse echtgenoot van twintig jaren trouw met wie zij een traditioneel ‘gemakshuwelijk’ had gesloten, vermeldt als ‘Höft.’ Zij was als kleuter gemannumitteerd door haar meester, en behoorde tot de boedel van Henriette Wilhelmina Bedloo die getrouwd was geweest met Jan Diederik Hoeuft uit Haarlem. De naam Diederik wordt ook gedragen door Belle’s vader. Jan was deel van het bestuur van Suriname en is aldaar overleden. Aannemelijk is dat deze gekleurde vrouw Catharina het enige, doch illegitieme kind van deze Hoeuft was en men de familienaam heeft verbasterd.

Haar kleinzoon Johan Martin Andreas Neumann werd burgemeester van Lübeck. Mijn verzoek aan het Museum van Lübeck om een portret van ‘der burgemeister’ resulteerde in een familiefoto van het hele burgemeesterlijk gezin in de tuin, met de burgemeester ver in de achtergrond, half verscholen achter een bosje. Aannemelijk is dat hij als gekleurde man zwarte trekken had en dat dit vreselijke geheim ook in 2006 verborgen moet blijven. (Publicatierechten euro 55!)

Mijn volgende publicatie onder de pen is een engels, afrocentrisch kunstgeschiedenisboek ‘Black Dutch by Rembrandt, Frans Hals, Rubens, Liotard, Girodet and many others’ welke met Godswil in 2007 in eigen beheer gaat verschijnen. Hierin verzamel ik zo veel als mogelijk afbeeldingen en portretten van deze zwarte natie, plaats ze in context en geef commentaar. Ik breng ook alle zwarte en gekleurde portretten van de relaties van Belle van Zuylen bij elkaar om de ‘zwarte en gekleurde’ vaandeldraagster van deze natie zichtbaar te maken.

Ik zie gaarne uw welwillende reactie tegemoet. Met alle verschuldigde respect en dankzegging. Uw gehoorzame en onderdanige dienaar.

Egmond Codfried
Schrijver & publicist
EgmondCodfried@hotmail

************************************************************
12 Oktober 2006

Geen reactie van Slot Zuylen volgde, maar dat was te verwachten!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten